artsenassociaties
raf van goethem, sander briké

De arts is al lang geen einzelgänger meer. Uit juridische, economische, fiscale en sociale overwegingen gaan artsen allerlei samenwerkingsverbanden aan. Zo hoeven ze hun praktijk niet alleen draaiende te houden en kan er aan subspecialisatie worden gedacht. Deze evolutie naar (meer of minder) geïntegreerde samenwerkingsvormen leidt op juridisch vlak tot heel wat vragen: mogen artsen die samenwerken hun erelonen onder elkaar verdelen? Biedt een samenwerking in een vennootschap met rechtspersoonlijkheid voordelen? Staat de Orde der artsen alle samenwerkingsvormen zomaar toe?

Dit boek vormt het eerste omvattend werk waarin de professionele samenwerkingsverbanden tussen artsen worden besproken. De auteurs bespreken deze samenwerkingen uitgebreid in het licht van het Belgische gezondheidsrecht, het recent hertekende ondernemings- en vennootschapsrecht en de deontologie. Mede dankzij de vele illustrerende en uit de praktijk geplukte voorbeelden is het boek niet alleen vlot hanteerbaar voor professionals met een juridische achtergrond, zoals advocaten en ziekenhuisjuristen, maar ook voor niet-juristen, zoals artsen en andere zorgverstrekkers.