hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht xlviiie postuniversitaire cyclus willy delva
joke baeck, ignace claeys, ghijsbrecht degeest, michaël de potter de ten broeck, dorothy gruyaert, estelle langenaeken, thijs tanghe, britt weyts, charlotte willemot, annelies wylleman

Het boek bevat acht bijdragen, waarvan de ene helft over het verbintenissenrecht en de andere helft over het goederenrecht gaat. De twee eerste bijdragen zijn als inleiding op de hervormingen in beide rechtstakken bedoeld. Ignace Claeys gaat in op de opbouw van het nieuwe boek Verbintenissen, de doelstellingen van de hervorming, de belangrijkste wijzigingen, de aard van de nieuwe wetsbepalingen en de werking in de tijd.  Annelies Wylleman geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingen van het nieuwe goederenrechten en gaat ook in op enkele aspecten van de werking in de tijd van Boek 3 “Goederen” van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

Vervolgens komt het ontstaan van de verbintenissen en de zakelijke rechten aan bod. De precontractuele fase, de totstandkoming en de geldigheid van de overeenkomst worden door Britt Weyts besproken. Joke Baeck focust dan weer op enkele kernvragen over het voorwerp en de verkrijging van zakelijke rechten, evenals op de belangrijkste nieuwigheden inzake onroerende publiciteit.

De inhoud van de overeenkomst, de regels inzake overmacht en imprevisie en de sancties voor een contractuele wanprestatie komen aan bod in de bijdrage van Michaël de Potter de ten Broeck. Ghijsbrecht Degeest en Dorothy Gruyaert maken vervolgens een vergelijking tussen de rechten en plichten van partijen bij de zakelijke gebruiksrechten vruchtgebruik, erfpacht en opstal.

De verschillende wijzen waarop een overeenkomst tot een einde kan komen, komen aan bod in de bijdrage van Thijs Tanghe. Ten slotte besteedt Charlotte Willemot aandacht aan de algemene en bijzondere wijzen van tenietgaan van zakelijke rechten.

Op 1 november 2020 is het nieuw Burgerlijk Wetboek in werking getreden. In zijn eerste levensjaar was de inhoud nog beperkt tot het bewijsrecht (boek 8). Sinds 1 september 2021 is ook het nieuwe goederenrecht (boek 3) grotendeels in werking getreden. Momenteel bespreekt de Kamer de hervorming van zowel het verbintenissenrecht (boek 5) als de algemene bepalingen van het nieuw Burgerlijk Wetboek (boek 1). Het is dan ook tijd om de wijzigingen die de hervormingen van het goederen- en verbintenissenrecht meebrengen, te analyseren en de gevolgen ervan na te gaan.

Het boek bevat acht bijdragen, waarvan de ene helft over het verbintenissenrecht en de andere helft over het goederenrecht gaat. De twee eerste bijdragen zijn als inleiding op de hervormingen in beide rechtstakken bedoeld. Ignace Claeys gaat in op de opbouw van het nieuwe boek Verbintenissen, de doelstellingen van de hervorming, de belangrijkste wijzigingen, de aard van de nieuwe wetsbepalingen en de werking in de tijd.  Annelies Wylleman geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingen van het nieuwe goederenrechten en gaat ook in op enkele aspecten van de werking in de tijd van Boek 3 “Goederen” van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

Vervolgens komt het ontstaan van de verbintenissen en de zakelijke rechten aan bod. De precontractuele fase, de totstandkoming en de geldigheid van de overeenkomst worden door Britt Weyts besproken. Joke Baeck focust dan weer op enkele kernvragen over het voorwerp en de verkrijging van zakelijke rechten, evenals op de belangrijkste nieuwigheden inzake onroerende publiciteit.

De inhoud van de overeenkomst, de regels inzake overmacht en imprevisie en de sancties voor een contractuele wanprestatie komen aan bod in de bijdrage van Michaël de Potter de ten Broeck. Ghijsbrecht Degeest en Dorothy Gruyaert maken vervolgens een vergelijking tussen de rechten en plichten van partijen bij de zakelijke gebruiksrechten vruchtgebruik, erfpacht en opstal.

De verschillende wijzen waarop een overeenkomst tot een einde kan komen, komen aan bod in de bijdrage van Thijs Tanghe. Ten slotte besteedt Charlotte Willemot aandacht aan de algemene en bijzondere wijzen van tenietgaan van zakelijke rechten.