feitelijk bestuur
alexander snyers

In 2019 vaardigde de Belgische wetgever het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) uit, waarin heel wat nieuwe normering werd geïntroduceerd. In de context van een hertekend regime inzake bestuurdersaansprakelijkheid opteerde hij ervoor om niet langer enkel formeel benoemde leden van een bestuursorgaan in het vizier te nemen, maar ook feitelijke bestuurders (denk bijvoorbeeld aan aandeelhouders die zich op een te verregaande wijze inmengen in het bestuur van de rechtspersoon). Deze ingreep ligt conceptueel allesbehalve voor de hand. Hij roept dan ook diverse vragen op. Dit boek behandelt deze vragen vanuit rechtswetenschappelijke, en voor zover nuttig, rechtsvergelijkende hoek, en doet, waar relevant, suggesties voor de praktische toepassing van de normering. Vragen die aan bod komen, naast de fundamentele vraag wanneer iemand precies een feitelijke bestuurder is, zijn o.m.: voor welke fouten kan een feitelijke bestuurder krachtens het WVV aansprakelijk worden gesteld? Wat is de aard van de aansprakelijkheid van de feitelijke bestuurder (hoofdelijk?, (on)beperkt?)? Wie is bevoegd om een aansprakelijkheidsvordering tegen hem in te stellen? Sorteren WVV-bepalingen waarvan een bestuurder of het bestuursorgaan de geadresseerden zijn, ook effecten voor de feitelijke bestuurder? Enz.

Dit boek is met zijn heldere, didactische opbouw geschikt voor een breed juridisch publiek. Het omvat bovenop een hele reeks theoretische beschouwingen tal van praktische voorbeelden, die waardevol zijn voor elke rechtspracticus die vragen heeft omtrent het feitelijk bestuur van een rechtspersoon.