het vlaams onteigeningsdecreet
stijn verbist, claire buggenhoudt, céline bimbenet

Een kritische analyse voor overheid, eigenaar en magistraat

Met het Vlaams Onteigeningsdecreet van 15 februari 2017 wordt het onteigeningslandschap grondig hertekend. Oude knelpunten (zoals de motivering van de hoogdringendheid, de procedurele ongelijkheid in de toepassing van de Onteigeningswet Hoogdringende Omstandigheden van 26 mei 1962, het hybride statuut van de herzieningsprocedure, het gebrek aan een duidelijke basis voor de onderhandelingsplicht) zijn opgeruimd. In dit boek wordt op de kritische en creatieve wijze die de auteur eigen is, de integrale nieuwe regeling geanalyseerd.

Alle onderdelen van het nieuwe Onteigeningsdecreet komen aan bod:

  • de grondvoorwaarden tot onteigening (bevoegdheid, habilitatie, machtiging),
  • de onderhandelingsplicht,
  • de bestuurlijke fase van de onteigeningsprocedure,
  • de zelfrealisatieregeling,
  • de samenloop van de onteigeningsprocedure met de ruimtelijkeplanningsprocedure,
  • de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure,
  • het verval van het onteigeningsbesluit,
  • de rechtsbescherming voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen onteigeningsbesluiten,
  • de regels inzake de onteigeningsvergoeding (doelneutraliteit en planologische neutraliteit),
  • de nieuwe regeling inzake de wederoverdracht,
  • de regels bij fractionele onteigening en de afdwingbare overdracht van het restant en de overgangsbepalingen.

Het was de duidelijke bedoeling van de decreetgever om aan de gemeenten en provincies veel meer autonomie te geven inzake onteigening: ze zijn niet meer afhankelijk van een onteigeningsmachtiging en voor hen werd de habilitatievereiste dan wel niet formeel maar in elk geval materieel afgeschaft. Bovendien werd gestreefd naar een eenvoudige administratieve procedure en een evenwichtige gerechtelijke procedure. De vraag rijst of deze veranderingen voor de betrokken partijen ook daadwerkelijk een vooruitgang en verbetering zullen betekenen. Het zal moeten blijken of de vooropgestelde regelingen in de praktijk ook daadwerkelijk zullen werken. De onteigeningspraktijk zal dit uitwijzen. In deze eerste analyse geven de auteurs hierover hun gefundeerde mening.

Een kritische analyse voor overheid, eigenaar en magistraat

Met het Vlaams Onteigeningsdecreet van 15 februari 2017 wordt het onteigeningslandschap grondig hertekend. Oude knelpunten (zoals de motivering van de hoogdringendheid, de procedurele ongelijkheid in de toepassing van de Onteigeningswet Hoogdringende Omstandigheden van 26 mei 1962, het hybride statuut van de herzieningsprocedure, het gebrek aan een duidelijke basis voor de onderhandelingsplicht) zijn opgeruimd. In dit boek wordt op de kritische en creatieve wijze die de auteur eigen is, de integrale nieuwe regeling geanalyseerd.

Alle onderdelen van het nieuwe Onteigeningsdecreet komen aan bod:

  • de grondvoorwaarden tot onteigening (bevoegdheid, habilitatie, machtiging),
  • de onderhandelingsplicht,
  • de bestuurlijke fase van de onteigeningsprocedure,
  • de zelfrealisatieregeling,
  • de samenloop van de onteigeningsprocedure met de ruimtelijkeplanningsprocedure,
  • de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure,
  • het verval van het onteigeningsbesluit,
  • de rechtsbescherming voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen onteigeningsbesluiten,
  • de regels inzake de onteigeningsvergoeding (doelneutraliteit en planologische neutraliteit),
  • de nieuwe regeling inzake de wederoverdracht,
  • de regels bij fractionele onteigening en de afdwingbare overdracht van het restant en de overgangsbepalingen.

Het was de duidelijke bedoeling van de decreetgever om aan de gemeenten en provincies veel meer autonomie te geven inzake onteigening: ze zijn niet meer afhankelijk van een onteigeningsmachtiging en voor hen werd de habilitatievereiste dan wel niet formeel maar in elk geval materieel afgeschaft. Bovendien werd gestreefd naar een eenvoudige administratieve procedure en een evenwichtige gerechtelijke procedure. De vraag rijst of deze veranderingen voor de betrokken partijen ook daadwerkelijk een vooruitgang en verbetering zullen betekenen. Het zal moeten blijken of de vooropgestelde regelingen in de praktijk ook daadwerkelijk zullen werken. De onteigeningspraktijk zal dit uitwijzen. In deze eerste analyse geven de auteurs hierover hun gefundeerde mening.