gouden eeuwen
anne-laure van bruaene, bruno blondé, marc boone
Tussen 1100 en 1600 vormden de Lage Landen één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Amsterdam, Antwerpen, Brugge, Brussel, Doornik, Gent, 's Hertogenbosch, Luik, Utrecht en vele andere steden ontwikkelden zich tot bruisende economische en culturele centra. De stedelijke middengroepen vervulden hierin een centrale rol: deze kleine producenten en handelaars, die in ambachten georganiseerd waren, maakten van de Lage Landen een unieke regio. Gouden Eeuwen benadert de kenmerken van deze stedelijke samenleving vanuit verschillende perspectieven: economie, samenleven, politiek, religie, ruimtelijkheid, materiële cultuur en kennis. Niet één stad wordt onder de loep genomen, maar het hele netwerk van grote steden en kleine stadjes.