ethiek van de lectuur
matthieu sergier
In hoeverre kan een literair werk bijdragen tot de ethische ontwikkeling van zijn lezers, of juist niet? Behalve een genuanceerd antwoord op deze vraag, wil dit boek premissen bieden voor een methode om de ethische inslag van een literair werk aan het licht te brengen.



Dat de romans van de Nederlandse schrijver Frans Kellendonk (1951-1990) een goede casus vormen om dieper op deze problematiek in te gaan, ligt voor de hand. Kellendonk staat immers bekend als een van de meest controversiële Nederlandse auteurs van het einde van de twintigste eeuw. Vandaag wordt hij vooral beschouwd als een soort profeet van het hedendaagse scepticisme omtrent de multiculturele samenleving. Zijn laatste roman,Mystiek lichaam (1986), zorgde bijvoorbeeld voor een geruchtmakende ideologische rel, terwijl er volgens sommige critici geen vuiltje aan de lucht was.



Kellendonks romans stellen de eenduidige lectuur ervan steevast op de proef. Zij nodigen uit tot een andere lectuur: een lectuur die afstand neemt van de vereenvoudigende denkkaders die het postuur van de auteur tot op heden geschapen hebben. Zij leggen ook de grondslag voor een ethiek van de lectuur die op de romanwereld zelf steunt en waarop de lezer naderhand zijn eigen leesgedrag kan afstemmen. Deze ethiek is meer specifiek een uitnodiging tot de (h)erkenning van het onvermogen waarmee iedere lectuur gepaard gaat.

Matthieu Sergier doceert Nederlandse literatuur aan de Facultés universitaires Saint-Louis (Brussel) en aan de Université catholique de Louvain (Louvain-la-Neuve). Hij publiceert over modern proza uit Vlaanderen en Nederland. In 2008 promoveerde hij op een proefschrift over Frans Kellendonk.