arbitrage, bemiddeling en andere vormen van conflictafhandeling: vandaag en morgen
charlotte de muynck, maarten draye, fleur goister, alexander hansebout, jan janssen, flip petillion, jachin van doninck, anna maria wilmot

Het eerste deel met als titel “een rechtsdomein in beweging” heeft betrekking op de verdere ontplooiing van het verbintenissenrecht in de onderneming, dankzij een overzicht van een aantal ontwikkelingen in het domein, met bijzondere aandacht voor rechtspraak van het Hof van Cassatie, en een bijdrage over de impact van de wet van 4 april 2019 over misbruik van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen.

In een tweede deel komt de vennootschapsrechtelijke dimensie van de onderneming aan bod, via bijdragen over bijzondere aandachtspunten bij verklaringen en garanties door de verkoper(s) in overnameovereenkomsten en de verhouding tussen en de (al dan niet onderscheiden) rechtsgevolgen van statuten en aandeelhoudersovereenkomsten.

Het laatste deel is gewijd aan de inning van schuldvorderingen door ondernemingen. Daarin staat (uiteraard) de factuur centraal, als hét instrument bij uitstek waarmee een onderneming het bestaan van een schuldvordering in geld aantoont. Het boek besluit met een kritische doorlichting van (de wet op) de minnelijke invordering van consumentenschulden.

Dit boek betreft het schriftelijke verlengstuk van de studiecyclus “Verbintenissenrecht in de onderneming”, die het Vlaams Pleitgenootschap bij de balie te Brussel in het najaar van 2020 heeft georganiseerd.

Het eerste deel met als titel “een rechtsdomein in beweging” heeft betrekking op de verdere ontplooiing van het verbintenissenrecht in de onderneming, dankzij een overzicht van een aantal ontwikkelingen in het domein, met bijzondere aandacht voor rechtspraak van het Hof van Cassatie, en een bijdrage over de impact van de wet van 4 april 2019 over misbruik van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen.

In een tweede deel komt de vennootschapsrechtelijke dimensie van de onderneming aan bod, via bijdragen over bijzondere aandachtspunten bij verklaringen en garanties door de verkoper(s) in overnameovereenkomsten en de verhouding tussen en de (al dan niet onderscheiden) rechtsgevolgen van statuten en aandeelhoudersovereenkomsten.

Het laatste deel is gewijd aan de inning van schuldvorderingen door ondernemingen. Daarin staat (uiteraard) de factuur centraal, als hét instrument bij uitstek waarmee een onderneming het bestaan van een schuldvordering in geld aantoont. Het boek besluit met een kritische doorlichting van (de wet op) de minnelijke invordering van consumentenschulden.