Wie kan zich nog oriënteren in het labyrint dat het Belgische bestuursrecht anno 2017 is geworden? Het bestuursrecht wordt gekenmerkt door een amalgaam van ‘besturen’ in diverse gedaanten, door een explosie van steeds wijzigende regelgeving en door de oprichting van steeds meer bijzondere bestuurlijke rechtscolleges. Specialisatie viert hoogtij: steeds vaker leggen juristen zich toe op specifieke subrechtstakken van het bestuursrecht (het omgevingsrecht, het onderwijsrecht, het aanbestedingsrecht, het vreemdelingenrecht …). Het bestuursrecht kleurt ook steeds meer Europees, en minder Belgisch, door de opeenvolgende staatshervormingen.
Dit boek speurt naar de grondslagen en leidende beginselen van het bestuursrecht. Het vertrekt daarbij vanuit de gemeenschappelijke onderbouw (de wortels) van dit alles: de grondwettelijke waarden en de in België nog minder gekende principes van good governance. Daarnaast besteedt het boek veel aandacht aan de rechtspraak van de Raad van State en de algemene concepten, leerstukken en beginselen die men daarin terugvindt. Deze vormen immers de draad van Ariadne die een uitweg kan bieden uit het labyrint van het bestuursrecht.
Dit boek behandelt uitsluitend het algemeen bestuursrecht (de stam), niet het bijzonder bestuursrecht dat welig tiert (de uitwaaierende takken), maar toont via talrijke voorbeelden wel de wisselwerking aan tussen beide. Aldus beoogt dit werk theorievorming, zonder evenwel de praktijk uit het oog te verliezen.