De publieke en non-profitsector zijn de laatste 30 jaren in volle beweging op het vlak van accountancy-, management- en audithervormingen. Deze wereldwijde evolutie wordt ook New Public Management genoemd en houdt een overname in van een ondernemingsgerichte visie en van bedrijfstechnieken.
De gevolgen voor de publieke en non-profitsector liggen voor de hand: er ontstaat een enorme behoefte aan professionalisering, ondersteuning en dus ook onderwijs in het bijzonder aan leidinggevenden.
Er rijzen tal van vragen zoals:
- In welke mate geeft de jaarrekening de echte performantie van overheidsinstellingen weer?
- Zijn de financiële bedrijfstechnieken zomaar bruikbaar binnen een overheidscontext?
- In welke mate moet het financieel management in non-profitinstellingen anders worden ingevuld dan in ondernemingen?
- Volgen verenigingen alleen maar de hervormde wetgeving om geen subsidies te missen?
- Welke is de relatie tussen audit en het bestaande toezicht?
- Welke verklaringen biedt de institutionele theorie?
Dit boek tracht een antwoord te bieden op deze snelgroeiende behoeften van professionalisering. Het ligt niet in de bedoeling om alleen toelichtend op te treden en louter te dienen als ondersteuning voor een training van (nieuw) overheidspersoneel. Het boek wil een hulpmiddel aanreiken om op een analyserende en kritische wijze inzicht te krijgen in de nieuwe vormen van overheids- en social-profitaccountancy. Waar nodig wordt er kritisch opgetreden, wordt er gezocht naar het waarom van bepaalde regels en praktijken en dit vanuit een wetenschappelijke oriëntatie.
Openstaande vraagstukken en probleemgebieden in de accounting- en auditregelgeving worden niet uit de weg gegaan en vormen een uitdaging voor de lezer om hierover na te denken en bijkomende informatie op te zoeken. Ze vormen ook het voorwerp van een ruim aanbod van oefeningen, vraagstellingen en casestudies.
De publieke en non-profitsector zijn de laatste 30 jaren in volle beweging op het vlak van accountancy-, management- en audithervormingen. Deze wereldwijde evolutie wordt ook New Public Management genoemd en houdt een overname in van een ondernemingsgerichte visie en van bedrijfstechnieken.
De gevolgen voor de publieke en non-profitsector liggen voor de hand: er ontstaat een enorme behoefte aan professionalisering, ondersteuning en dus ook onderwijs in het bijzonder aan leidinggevenden.
Er rijzen tal van vragen zoals:
- In welke mate geeft de jaarrekening de echte performantie van overheidsinstellingen weer?
- Zijn de financiële bedrijfstechnieken zomaar bruikbaar binnen een overheidscontext?
- In welke mate moet het financieel management in non-profitinstellingen anders worden ingevuld dan in ondernemingen?
- Volgen verenigingen alleen maar de hervormde wetgeving om geen subsidies te missen?
- Welke is de relatie tussen audit en het bestaande toezicht?
- Welke verklaringen biedt de institutionele theorie?
Dit boek tracht een antwoord te bieden op deze snelgroeiende behoeften van professionalisering. Het ligt niet in de bedoeling om alleen toelichtend op te treden en louter te dienen als ondersteuning voor een training van (nieuw) overheidspersoneel. Het boek wil een hulpmiddel aanreiken om op een analyserende en kritische wijze inzicht te krijgen in de nieuwe vormen van overheids- en social-profitaccountancy. Waar nodig wordt er kritisch opgetreden, wordt er gezocht naar het waarom van bepaalde regels en praktijken en dit vanuit een wetenschappelijke oriëntatie.
Openstaande vraagstukken en probleemgebieden in de accounting- en auditregelgeving worden niet uit de weg gegaan en vormen een uitdaging voor de lezer om hierover na te denken en bijkomende informatie op te zoeken. Ze vormen ook het voorwerp van een ruim aanbod van oefeningen, vraagstellingen en casestudies.