de roes van de kritiek
herbert de vriese
De Roes van de Kritiek. Bruno Bauer en 'die Freien' is de eerste Nederlandstalige monografie over het jonghegelianisme. De lezer wordt meegenomen naar het wervelende, publieke en ondergrondse, intellectuele leven in Berlijn tijdens de jaren 1830 en 1840. Een indringende analyse beschrijft hoe
de filosofie van Hegel, in handen van zijn radicale leerlingen, ontaardt in een genadeloze kritiek van
de religie, de politiek en het bestaande zonder meer.

'Een roes is maar filosofisch als hij het resultaat of het begeleidende effect is van het denken. In dit
boek wordt getoond hoe in het jonghegelianisme het kritische denken terechtkomt in een duizelingwekkende spiraal van negativiteit. Het model voor die beweging is de intellectuele evolutie die Bruno Bauer doormaakt. Filosofisch bijzonder interessant is daarbij de inbedding van deze evolutie in haar hele ideologische en politieke context, en de beschrijving tegen deze achtergrond van Bauers ommekeer in de jaren 1839-1840. De negatie staat vanaf dan niet meer in dienst van een dialectische verzoening, maar zij keert zich tegen zichzelf, en in deze offerbrand, zoals Bauer het zo mooi zegt, zuivert de negatie zichzelf tot wat dan inderdaad de zuivere kritiek zal worden. De kritiek is, zo blijkt hier, niet langer een louter theoretische bezigheid, maar zij wordt de praktische activiteit van de zelfbevrijding van het zelfbewustzijn. Bovendien is zij een allesomvattende dynamiek, die bij 'die Freien' boven de individuen uitstijgt en de vorm aanneemt van een algemeen opbod in radicale negativiteit. Zij wordt een nooit af te sluiten kritische praxis. Uiteindelijk blijkt de kritiek een destructief delirium, een demonisch spel van kritiek om de kritiek te zijn.'
Koen Verrycken, Universiteit Antwerpen

Herbert De Vriese (1973) is doctor-assistent aan het Departement Wijsbegeerte van de
Universiteit Antwerpen. Zijn filosofische belangstelling gaat uit naar de problematiek van kritiek
en onttovering in de moderne, westerse cultuur. Daarbij concentreert hij zich op de 'revolutionaire
breuk' in de negentiende-eeuwse, Duitse filosofie. Hij publiceerde eerder over Hegel,
Schopenhauer en het jonghegelianisme en is co-editor van 1830-1848. The End of Metaphysics as
a Transformation of Culture (2003), The Reason of Terror. Philosophical Responses to Terrorism
(2006) en Rethinking Secularization. Philosophy and the Prophecy of a Secular Age (2009).